Een paar weken voor de lente aanbreekt, ontstaat er bij mij een intens verlangen naar ervaringen van opbloeiend leven. Lang binnen zitten, fietsen en wandelen met dikke jassen aan – het geeft een gevoel van opgesloten zitten in grijze lucht, regen, lege terrassen en een lichamelijke behoefte aan zon.
Vandaag schijnt de zon, botten de rozen uit, zijn de sneeuwklokjes uit de aarde gekropen, zijn de prairiegrassen weer bezig te groeien en kan ik naar buiten zonder jas. Heerlijk. Terrassen zijn open zonder heteluchtverwarming en gezichten van tuinwerkers, fietsers en wandelaars glimlachen. Zichtbaar zonder mondkapje.
Herbergen komen weer tot bloei zonder beperkende maatregelen en genieten van hun aangeboden gastvrijheid aan passanten. Ik voel mij dan een gastvrij onthaalde bezoeker van de herberg en de natuur.