Kleine ramen, weids uitzicht

Mijn eerste kennismaking met Limburg was begin jaren tachtig. De Mergellandroute fietsen met vrienden. Dat deden we op een racefiets. Merken als Raleigh, Alimo, Pinarello, Koga vierden hoogtij, voorzien van 12 versnellingen en riempjes om niet uit de trappers te schieten met aanzetten bij beklimmingen. Het landschap kwam niet veel verder dan het peletonnetje bijhouden, of kop over kop fietsen en smachten naar de stop met koffie en vlaai.

Inmiddels ben ik 40 jaar verder en heb ik Limburg leren kennen en waarderen. Bij uitstek op de fiets, maar ook met allerlei wandelingen in Zuid-Limburg. Meestal met Herberg de Smidse als verblijfplaats. Zo ook begin november heb ik daar gewandeld en genoten van lanen in het bos die ingekaderd waren door hoge lariksen. Met als gevolg dat daglicht alle vrijheid kreeg. Een weldadig gevoel. De omgeving was betrekkelijk nieuw voor mij: het Malerbos en het Holsetterbos.

De mooie lanen en spannende paden langs dichte begroeiing in combinatie met stilte en de rust van herfstkleuren deden mij beseffen dat mijn leven zich ook in de herfst bevindt. Mijmeren over wat was, wat is en wat wordt. Hoe vaak wij niet met en zonder de kinderen door Limburg reden op weg naar een vakantiebestemming. Nog geen snelweg en door stadjes en dorpen van Nijmegen naar Maastricht. Het gaf mij telkens een bedrukt gevoel door de bruine en bruingrijze bakstenen van de huizen. De ramen klein en weinig pleinen met groen. Hoe verrassend is dan het lopen in het heuvelland met zijn weidse vergezichten, heuvels, bosranden en knusse cafés.

Meteen begrijp ik de Limburger. Ze lopen de deur uit en de bruine bakstenen en kleine ramen vallen in het niet bij de kleuren van de omgeving, de heuvels en de bossen.