De Gouden Karper, Hummelo (Gelderland)

Volgens de archieven in Zutphen is er al in 1642 in het dorp, dat op dat moment nog Hummel heet, een herberg met de naam De Carp. Reizigers met paard en wagen over de zandweg kunnen hier van de stal gebruikmaken, iets eenvoudigs eten en overnachten. Later wordt de weg verhard en in de 19e eeuw komt de paardentram langs, later de elektrische tram tussen Emmerich en Zutphen (1902-1957).

De herberg wordt gepacht van de eigenaren van het landgoed Enghuizen, waar zich een grote vijver bevindt met rondzwemmende karpers. De naam is verschillende keren veranderd: van De Carp wordt het de Goude Carp, toen De Gouden Karp en sinds 1885 heet het De Gouden Karper. Dan verandert ook het beroep van herbergier in dat van logementhouder en later weer vergunninghouder. Rond die tijd neemt Willem Hupkes, een landbouwer uit Ellecom, de pacht over van A. de Roos. Hupkes krijgt vergunning "om met den verkoop van sterken drank in het klein in drie localen van genoemd logement te blijven voortgaan". In 1922 gaat de vergunning over naar G.J. Remmelink, banketbakker en traiteur, afkomstig uit Doesburg. Remmelink heeft als bijnaam 'De Krent', maar niet omdat hij krenterig is. Op school heeft hij een hekel aan Franse les en komt daar regelmatig nors de klas binnen. Hij wordt daarom 'la crainte' genoemd, wat 'de vrees' (van de klas) betekent.

Met zijn vrouw H. Remmelink-Wentink heeft De Krent het bedrijf van 1922 tot 1962 geleid. In 1930 wordt hij van pachter eigenaar en onder zijn supervisie wordt de grote feestzaal gebouwd (1930), de dependance (1934), eetzaal 2 (1937) en eetzaal 3 (1951). In 1960 koopt hij de naastgelegen lagere school, om op de speelplaats een nieuwe zaal te bouwen die aan het gehele complex grenst.

De Remmelinks krijgen twee kinderen: Henny en Teun. Henny is later getrouwd met Willem Bakker en samen beginnen zij in Vorden Hotel Bakker. Teun, die als 14-jarig jongetje al snel in de zaak moet helpen, neemt later samen met zijn echtgenote de herberg over. Hun dochter Rita komt in 1973 in het bedrijf en wordt in 1984 met haar echtgenoot Caspar de van der Schueren de nieuwe eigenaar. In maart 2010 neemt hun dochter Elisabeth Remmelink-de van der Schueren – achterkleindochter van De Krent dus – op haar beurt weer De Gouden Karper over. In 2022 krijgt de herberg het predicaat Hofleverancier uitgereikt.