't Spijker, Beek (Gelderland)

Het verhaal van 't Spijker begint in 1751 wanneer een familie Jansen naast hun boerenbedrijf een uitspanning exploiteert. Bij de herberg kunnen reizigers van paard wisselen, een eenvoudige maaltijd gebruiken en de nacht doorbrengen. De naam dankt het huidige hotel aan het Latijns spicarium (voorraadkamer of korenschuur).

Dat heeft indirect te maken met het Gelderse adellijke geslacht Van Randwijck. In de 17e eeuw komt zowel het dorp als de heerlijkheid Beek in handen van de baron Van Randwijck. De baron gaat wonen in een uit de 15e eeuw daterend imposant huis aan de Nieuwe Holleweg met de naam Der Spyker, op een plek waar eerder een gebouw stond waar het koren werd bewaard.

In 1909 heropent de familie Jansen hun naar de ‘eischen des tijds’ ingerichte hotel aan de Rijksstraatweg iets verderop. In de vele decennia sindsdien heeft ’t Spijker naast dagjesmensen en hotelgasten nog allerlei andere groepen bezoekers verwelkomd: van grenswachtsoldaten tijdens de mobilisatie van 1914-1918 en kinderen uit Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog tot repatrianten uit Nederlands-Indië in de jaren 50 en ouderen toen het hotel tijdelijk als luxe bejaardenhuis was ingericht. In 1976 keert de hotelfunctie terug - en oefent 't Spijker als vanouds zijn aantrekkingskracht uit op iedereen die voor korte of langere tijd een gastvrije bestemming zoekt.